Traveldiary Indonesië | Week #5 | Strandhoppen in Uluwatu en avontuur op Komodo

Afgelopen week zwom ik met reuzenroggen, stond ik oog in oog met een Komodo dragon en spotte ik dolfijnen in de oceaan. Maar ik nam ook afscheid van Laurien en heb – ja, heus – nog heel wat uurtjes gewerkt. Met een uitzichtje waar je ‘u’ tegen zegt. Dat dan weer wel!

WOENSDAG

Onze laatste dag in Nusa Penida besloten Laurien en ik goed te besteden door een snorkeltour te boeken. Niet omdat we zo graag het koraal en de visjes in de zee wilden zien – we zijn inmiddels een klein beetje verwend -, maar om te snorkelen met reuzenroggen. We vertrokken al vroeg naar Manta Point, een punt aan de kust van Nusa Penida wat ook wel de wasstraat voor ‘manta rays’ wordt genoemd. De roggen komen hierheen om zich door kleine visjes te laten schoonmaken en we zagen er zo wel zeker acht voorbij zwemmen. Hoewel ik behoorlijk wat struggles had met mijn duikbril, heb ik er echt keihard van genoten. Hoe vet is het om zulke grote wezens (lees: vier tot acht meter groot) in levende lijve te zien?! Van zó dichtbij!

Na Manta Point stopten we op nog twee plekken, één met het mooiste koraal en één turtlehotspot. Daar zagen we op de valreep nog een zeeschildpad. Die had ik op Curaçao ook al best vaak gezien, maar het blijft toch altijd leuk. We kregen lunch op de boot en zijn daarna terug naar het land gebracht.

Omdat we alle bekende hoogtepunten van Nusa Penida al hadden gezien, durfden we het op onze laatste dag toch aan om een scooter te huren. Zo konden we precies doen wat we het liefste doen: ons neus volgen, niets moeten, alles mogen. Dat betekende eerst een koffiestop op een hippe plek genaamd Secret Penida. Daarna reden we door richting het oosten, waar we op de bijzondere Goa Giri Putri Tempel stuitten. In een grot! Aan het einde van de middag streken we neer bij Virgin Beach. Daar waren we al een paar keer langs gereden en het zag er zo leuk uit dat we er besloten te eten. Maar niet voor ik een werkgerelateerd telefoongesprek moest voeren, voor hopelijk (en zeer waarschijnlijk) een hele toffe nieuwe klus!

DONDERDAG
Donderdag was een reisdag. We voeren van Nusa Penida via Nusa Lembongan naar Bali en zaten daarna nog twee uur in de bus naar Uluwatu. Een bus zonder airconditioning. Zelfs zonder ARKO. En dat rond lunchtijd. Je kunt je voorstellen: dat was feest. Haha. We waren super blij dat we eindelijk bij ons hotel waren en na de benauwde busrit weer vrij konden ademen.

We huurden een scooter en reden naar Dreamland Beach, waar we boven bij een skybar genaamd KLAPA koffie dronken en een gebakje aten. ‘Lekker Nederlands’, constateerde Lau. Vlak voor zonsondergang verkasten we naar Single Finn’s, wat dé beachclub van Uluwatu schijnt te zijn om de zonsondergang te bekijken. Ik vond het eerlijk gezegd een tikje overrated, omdat het er zo vol zit van de mensen dat je er geen stoelen meer vrij waren en je er ook nog eens vijf euro (!) betaalt voor een biertje. Joe, de ballen!

Op de terugweg aten we vlakbij ons hotel bij La Baracca, een super goed Italiaans restaurant, waar ik ook in Canggu al een keer had gegeten. Je krijgt hier brood vooraf, een amuse en nadien ook nog een klein bakje tiramisu. Ja, zo krijg je mij wel terug als gast hoor. Haha!

VRIJDAG

Omdat ik maar één volle dag te besteden had in Uluwatu, besloten we de volgende dag niet te veel te doen. Lekker strandhoppen op onze scooters leek ons wel een strak plan. We bezochten Suluban Beach, Thomas Beach (waar ik stomtoevallig een bekende uit Curaçao tegenkwam), Bingin Beach en Padang Padang Beach. Tussendoor dronken we wat bij The Cashew Tree en lunchten we bij Bukit Café.

We eindigen de dag goed door met golden hour naar de Karang Boma Cliff te gaan. Dat is een hoge klif met uitzicht op de oceaan. Wat kun je je bij zulke natuurverschijnselen toch een nietig wezentje voelen op deze grote aarde… Echt heel erg indrukwekkend. Net voor de zonsondergang reden we weer door naar Sunset Point Uluwatu, waar we gezellig een biertje deden op een van de beanbags. Proost op onze laatste avond samen! Wat is dat snel gegaan, zeg!

ZATERDAG

Zaterdag was voor mij opnieuw een reisdag. Ik vloog namelijk naar Labuan Bajo, het hoofdstadje van Flores. Dat schijnt een toplocatie te zijn om te duiken, maar ik heb me er eerlijk gezegd niet zo in verdiept, omdat ik toch geen tijd had voor sightseeing. Er was namelijk werk aan de winkel. In de dagen dat ik met Laurien op pad was, werkte ik vaak wel ’s avonds nog even voor we gingen slapen. Maar zo kon ik niet echt meters maken. En met een deadline van tien stukken in het vooruitzicht en een boottrip waardoor ik vier dagen offline zou zijn, moest ik echt even aan de bak.

Ik klapte mijn laptop eerst open bij La Cucina, waar ik lunchte. Zat daarna bij Bamboo Café voor een koffietje. En eindigde de dag met een prachtige zonsondergang bij Blue Marlin Dive Komodo. Hoppa, precies gedaan wat ik wilde doen en tussendoor ook nog eens keihard genoten van de mooie uitzichten!

ZONDAG

De volgende dag stapte ik op een boot van Wanua Adventures, die mij en een stuk of vijftien andere backpackers de komende vier dagen zou rondvaren via een prachtige route van Flores naar Lombok. We hadden de eerste dag meteen al een vol programma. Dat begon met een bezoek aan Rinca Island, waar we op zoek gingen naar de Komodo dragon. De meest gevaarlijke varaan op aarde. De kans is klein dat je ze in het wild tegenkomt, zelfs in het nationaal park, maar we hadden het geluk dat we er al vrij snel een paar zagen lopen. En er lagen er sowieso een heleboel bij het restaurant aan het begin, omdat ze op de etenslucht uit de keuken af komen, haha. Dus daar konden we mooi even met ze op de foto!

Datzelfde deden we bij Komodo Island en van daaruit gingen we naar onze laatste stop: Pink Beach. Een strand dat we in eerste instantie niet heel erg roze vonden. Tot de zon bijna onder ging. Verspreid over het strand liggen stukgeslagen roze koraaldeeltjes, waardoor het strand wel degelijk een roze gloed heeft. Dat zie je vooral goed op de dronefoto’s, die één van de jongens op de boot had gemaakt.

MAANDAG
Na een heerlijk nachtje in mijn privécabine (af en toe mag je jezelf best wat luxe gunnen), werd ik één minuut voor de wekker wakker. En dat is best een prestatie, aangezien we er om 4.30 uur uit moesten! We gingen een sunrisetrekking doen op Padar Island. Nu wil ik er geen gewoonte van maken om elke dag zo vroeg m’n nest uit te komen, maar dit was toch wel weer erg mooi. Wat een uitzicht!

’s Middags maakten we een stop bij een plek die ook Manta Point genoemd wordt. Alleen was er hier – in tegenstelling tot Nusa Penida – niet zo’n centraal punt waar de reuzenroggen zich standaard laten zien. Dus we moesten echt een beetje ‘jagen’ vanaf het dek en dan heel snel met z’n allen het water in, om een paar seconden onder water te kunnen kijken tot de stroming ons weer wegtrok van de manta. Iets minder relaxed snorkelen dus, maar wel weer heel gaaf. Op een gegeven moment dook er een manta op vlak achter mij. Aan het wateroppervlak. Toen kon ik pas echt goed zien hoe groot ze zijn. Wauw!

De rest van de middag en avond hebben we aan één stuk door gevaren. Om de tijd te doden chillden we op het dek en speelden we spelletjes. Tussendoor werden we nog verrast door een paar dolfijnen die onze boot voorbij zwommen. Hoe tof!

DINSDAG
Het zou eigenlijk de rustigste dag van de trip moeten worden, maar toch vond ik dinsdag één van de leukste. We begonnen met een korte hike naar een waterval op Moyo Island. En omdat we daar al vroeg waren, waren we nog de eerste. Heel mooi! Al snel begonnen we de waterval ongegeneerd als een douche te gebruiken, om onszelf even lekker schoon te maken. Dat beetje afspoelen op de boot, voelt toch iets minder fris na drie dagen!

Daarna zijn we naar een eiland gevaren dat onze gids ‘Captains Island’ noemde. Waarschijnlijk omdat onze kapitein daar woont, haha. Dit is normaal helemaal geen officiële stop op het programma, maar nu moesten ze er benzine halen. Of we zin hadden om er even uit te stappen, vroegen ze. Ja, natuurlijk! Halleluja, het zag er vanaf de boot al uit als een plaatje, maar op het eiland was het nog veel vetter. Er was geen toerist te bekennen. Geen hotel. Geen restaurant. Helemaal niets. Behalve getimmerde huisjes gebouwd op palen, loslopende geiten en bewoners die minstens zo gefascineerd waren door ons, als wij door hen. Op de terugweg naar de boot liepen alle kinderen achter ons aan om nog even samen te spelen in de zee. Onbetaalbaar dit!

Eenmaal terug op de boot stond ons een reis te wachten van zes uur, voor we weer ten anker gingen en nog even op een eiland chillden om te barbecueën en rond een kampvuur biertjes te drinken. Ik weet het zeker jongens: dit is het leven!

Lees ook mijn andere reisblogs over Indonesië:
Week #1 – Chillen in Canggu
Week #2 – Bali-belly in Canggu en cultuur in Ubud
Week #3 – Vulkaan beklimmen en sightseeing in Ubud
Week #4 – Eilandhoppen van Bali naar Nusa Lembongan en Penida
Week #6 – Tropisch genieten op Lombok, Gili Air en Gili Trawangan

You may also like

3 reacties

  1. Lieve Elodie!
    Als ik dat toch allemaal 40 jaar geleden had geweten had ik t ook willen doen!
    Je bent n bofferd dit allemaal te kunnen ervaren! En je laat ons meegenieten! TOP!💋

    1. Zeker weten, ik ben er ook elke dag dankbaar voor dat ik dit kan doen 🙂 Leuk dat je op afstand zo mee geniet!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *