Samen met Maaike heb ik een prachtige reis gemaakt door Colombia. In drie weken tijd bezochten we grote steden, hiketen we door de bergen en overnachtten we in hangmatten middenin de jungle. Daar ga ik jullie alles over vertellen in een nieuwe serie travelblogs. Met allereerst: Bogotá en Salento.
BOGOTA
Dag 1
Toen we na een paar uurtjes vliegen in Bogotá landden, werden we meteen geconfronteerd met een behoorlijk temperatuurverschil. Van 32 graden gingen we hoppa, naar 8 graden Celsius. Alsof het niets was. De hoofdstad van Colombia ligt op 2.600 meter hoogte, waardoor het er behoorlijk fris kan zijn. En dat hebben we geweten! 😉
Gelukkig hadden we allebei een dikke trui mee en werd er in het hostel goed voor ons gezorgd. De medewerkers van Selina zagen ons lichtelijk vernikkelen – tja, we zijn toch echte eilandmeisjes geworden, vrees ik – en kwamen spontaan wat fleecedekentjes brengen, haha!
Dag 2
Na een heerlijke nacht in onze stapelbedjes kwamen we tot de aangename verrassing dat de zon scheen en dat kwam goed uit, want we hadden een fietstocht met Cerros Bike Tours op de planning staan (kosten: 20 dollar). Dat blijf ik een van de leukste manieren vinden om een stad te leren kennen, omdat je in zo’n korte tijd zo veel kunt zien.
Onze gids, José (met een G) leidde ons door het historisch centrum, langs de migrantenwijk naar de fruitmarkt waar we allerlei exotische fruitsoorten proefden. Vervolgens bezochten we een van zijn favoriete koffietenten om niet alleen de koffie te proeven, maar ook te zien hoe de bonen werden geroosterd. En uiteindelijk reden we door een ietwat schimmige prostitutiewijk met een hoop graffiti naar een plek waar we het Colombiaanse spel ‘tejo’ gingen spelen.
Dat laatste was misschien wel het hoogtepunt van de dag. Jee, wat hebben we gelachen. Bij tejo worden er driehoekjes met explosieve stoffen in een plaat met klei gedrukt. En het is de bedoeling dat je die vanaf een paar meter afstand raak probeert te gooien met zware schijven. Maar bij elke voltreffer schrokken wij ons helemaal rot van de enorme knal die daarop volgde, haha. Zelf waren we niet erg getalenteerd, maar uiteindelijk hebben zowel Maaike als ik toch één keer raak gegooid.
We hadden ’s middags nog een paar uurtjes over en besloten die te besteden in het Museo del Oro. Dat is met de grootste goudcollectie van het land Colombia’s trots en we hadden er goede verhalen over gehoord. We hadden ook nog eens het geluk dat er net een Engelse tour startte, waarbij we konden aansluiten. Zo pikte ik toch nog wat leuke info op. Bijvoorbeeld over de jaguar die wordt gezien als symbool van Colombia, maar ook van kracht, macht en kennis. Het dier is andere wezens namelijk bijna altijd te slim af. Verder is het museum – al stelt het prachtige werken tentoon – gewoon een oldschool museum zonder interactie. Daar moet je van houden (of niet hè, Maai)!
Dag 3
De derde dag in Bogota was een reisdag richting het dorpje Salento. Maar daar gingen we niet heen voordat we in Bogotá nog op de top van de Monserrate waren geweest. Om daar te komen namen we het treintje dat steil omhoog ging. Alleen die rit vonden we al fantastisch en dan werden we boven ook nog eens getrakteerd op een prachtig uitzicht over de stad. Tip: doe dit ’s ochtends, want vaak is het dan nog mooi en helder, ’s middags is er meer bewolking. En da’s sund.
Oh ja, nog een tip: als je naar Salento gaat met de bus, vertrek dan niet te laat. Wij stapten rond kwart voor elf in de taxi en zaten eerst al ruim een uur in de auto om de stad uit te komen naar de busterminal. En de bus bleek er ook grote moeite mee te hebben om vooruit te komen. Lang verhaal kort: we deden er dik twee uur langer over, misten onze aansluiting in Armenia, moesten daardoor alsnog een ‘dure’ taxi betalen voor het laatste stuk en eenmaal in Salento (om elf uur ’s avonds) bleken alle restaurants dicht te zijn. Letterlijk allemaal, op één snacktentje na op het centrale plein. Onze redding!
SALENTO
Dag 4
Door de uit de hand gelopen busreis, hadden we de volgende dag geen zin om meteen super actief te doen. Dus sliepen we eerst uit en verkenden we in de ochtend Salento een beetje op ons gemak. We bekeken de koddige kleurrijke huisjes, dronken koffie op een terrasje en slenterden langs de winkeltjes. Tussen de middag lunchten we bij een restaurant met een super leuk, en vooral krap, balkonnetje. En een leuke waiter! 😉
Om 14.00 uur hadden we een tour gepland naar de koffiefarm, want we hadden nou eenmaal maar twee dagen hier en die wilden we natuurlijk wel goed benutten. Met jeeps gingen we richting plantage El Ocaso, waar we een uitgebreide rondleiding kregen en alle ins en outs leerden over het telen van koffiebonen, maar ook over de kwaliteits- en smaakverschillen.
Die verschillen mochten we ook nog eens aan den lijve ondervinden, tijdens een proeverij. Eerst leerden we aroma’s herkennen en vervolgens deden we wat testjes met dark roast koffie (vaak slechte kwaliteit bonen) en medium roast (met goede kwaliteit bonen). Heel erg tof om eens zo bezig te zijn met je smaakbeleving. Maar Maaike en ik gingen achteraf toch linea recta naar de koffiebar voor een goede latte macchiatto, want daar genieten we pas echt van. Zeker met zo’n uitzicht!
Dag 5
De reden dat veel reizigers een klein dorpje als Salento opnemen in hun route, is de Valle de Cocora. Een vallei met de hoogste palmbomen ter wereld. Het is een behoorlijke hike en ook hier geldt: vroeg beginnen, want de kans op regen wordt gedurende de dag alleen maar groter. Dus moesten we vroeg uit de veren.
Na een uurtje stappen kwamen we al op het uitzichtpunt met de palmbomen, waar iedereen het voor doet en inderdaad: het was prachtig. Zelfs ondanks de laaghangende wolken. Of misschien juist wel door die wolken, omdat het zo een heel mysterieus plaatje schetste.
Daarna moest het langste stuk nog komen. Eerst moesten we naar de top, waar vooral veel naaldbomen waren, en daarna weer via het regenwoud naar beneden. Dat vonden we in eerste instantie ook echt heel leuk. Onder andere omdat we steeds met van die provisorische touwbruggen het water over moesten, wanneer we niet verder konden lopen door een rotsblok, haha.
Maar uiteindelijk hadden we het wel een beetje gehad met lopen, dus de hummingbirdspot (waarvoor je in totaal nog eens drie kwartier extra moet lopen) hebben we geskipt. Tja, we zien nou eenmaal best vaak kolibries op Curaçao #verwend. Met die keuze waren achteraf ook heel blij, want precies toen we terug waren bij de jeeptaxi’s begon het te regenen. Wat een timing!
Eenmaal terug in Salento zochten we een leuk koffietentje op om lekker taartjes te eten. Die hadden we wel verdiend, vonden we!
Lees ook mijn andere Colombia-blogs:
#2 Medellín en Guatapé
#3 Minca en Tayrona
#4 Cartagena en Bogotá
2 reacties
i am ready with first part from your post in colombia , was nice the first part !
just i almost crazy trying to understand some dutch words hahah
de nerderlanse taal is niet makkelijk hahah
I can totally imagine that, Fabian. But I find it very nice that you are trying to learn it via my blog! 🙂