Als je aan tuktuks denkt, denk je waarschijnlijk in eerste instantie aan Azië. Maar verrassend genoeg kun je ook op Curaçao in zo’n kekke driewieler rondcrossen! Voor DolfijnGo probeerde ik samen met Maaike de citytour uit en tuften we samen met onze gids Nelson door de straten van Willemstad.
Omdat we hier natuurlijk al een tijdje wonen en de stad al redelijk goed kennen, hadden we niet echt verwachtingen van de tour. We lieten ons verrassen en als ons wat nieuws werd verteld, dan was dat alleen maar mooi meegenomen. Het rijden in die tuktuk alleen al leek ons grappig. Maar dat er ook voor ons nog wat te leren viel, werd al meteen bewezen.
Pontjesbrug
Nelson begon met een korte uitleg bij de Pontjesbrug wat het start-en eindpunt van de toer is. Hij vertelde dat er twee verschillende vlaggen worden gehesen door de brugwachter. Een oranje wanneer er kleine bootjes aankomen en de brug maar kort open gaat. En een blauwe vlag wanneer er grotere boten door de Sint Annabaai moeten en de ponten gaan varen, omdat dit wat langer duurt. Nou, call me crazy, maar dit had ik dus nog nóóit gehoord. En ik heb echt wel een keer een tijdje vastgezeten op de Pontjesbrug, omdat die super lang open bleef, haha! Goed om te weten, dus 😉
Markt
We reden via de Handelskade richting de Sha Caprileskade, waar ‘s ochtends vroeg al vissers actief zijn. Ze vissen hier niet met een hengel maar met een rol visdraad uit de hand. Nelson legde uit dat ze dit doen, omdat het gevoeliger zou zijn en de vissers sneller kunnen reageren als ze beet hebben. De buit van de lokale vissers wordt meteen – en dus super vers – verkocht.
Een paar meter verderop begint de echte markt. Met eerst souvenirs, beelden en andere tierelantijnen van de Haïtianen en daarna de Venezolaanse markt met vers fruit. Wij deden de tour tijdens de grensblokkade van de Venezolaanse president Madúro, maar toch lagen de kramen gewoon vol. Het fruit wordt voor een prikkie verkocht. Je hoeft er niet eens voor uit je auto te stappen; als je erlangs rijdt staan er al marktkooplui aan de kant van de weg met een paar gevulde zakken die je zo kunt inladen. Ideaal!
Scharloo
Via de Koningin Wilhelminabrug gingen we richting de wijk Scharloo. Op de hoek van de Koningin Wilhelminastraat naar de Scharlooweg werden we meteen al verrast door de kunstwerken van lokale artistiekelingen. Voor je zie je Parke Leyba waar bijvoorbeeld met gerecycled materiaal een kleurrijk kunstwerk is gemaakt, links van je zie je een mega muurschildering van Francis Sling en aan de overkant van de weg een aantal schilderingen van andere kunstenaars. Heel gaaf!
Scharloo is een heel leuke wijk om doorheen te rijden, vanwege de prachtige monumentale panden in alle kleuren van de regenboog. De gebouwen doen nu vooral dienst als kantoren van bedrijven. De redactie van het Antilliaans Dagblad – waar ikzelf werk – zit er bijvoorbeeld, maar je hebt er ook nog het Geldmuseum, de Bibliotheek en het Nationaal Archief. Helaas staan er ook heel wat vervallen panden, waarvan de benedenverdieping is dichtgemetseld om junkies en zwervers te weren. Zo gaat dat in Curaçao: het ene gebouw ziet er spic en span uit, het andere stort van de ellende zowat in elkaar.
Pietermaai
Vanuit Scharloo reden we richting Pietermaai, wat Nelson ‘Little Holland’ noemt, vanwege de vele Nederlandse ondernemers. Het is een heel bruisende wijk, waar veel studenten wonen en toeristen verblijven en er zijn verschillende restaurants en cafés waar je lekker wat kunt drinken of kunt eten. Echt een aanrader, vooral om ‘s avonds eens een kijkje te nemen. Dan is het extra sfeervol met de gekleurde lampjes boven de straat.
Voordat we bij het centrum van Pietermaai aankwamen (de Nieuwstraat), stopten we eerst nog even bij de kathedraal van de wijk. Nelson vertelde ons dat de knalgele kerk zo is gebouwd dat het zonlicht van buiten kan worden gebruikt om de binnenkant te verlichten, omdat ze daar geen elektriciteit hebben. De ramen bestaan uit een soort latjes die ze open en dicht kunnen doen aan de kant waar de zon is, zodat er altijd licht binnen kan vallen. Geinig, hè?
Fortí
De toer liep alweer bijna ten einde. Via de grote letters ‘Dushi’ en ‘Curacao’ reden we, langs het Waterfort naar Fort Amsterdam, wat tegenwoordig wordt gebruikt als het regeringsgebouw. Normaal gesproken rijdt de gids hier even over het binnenplein met de tuktuk, maar wij hadden jammer genoeg de pech dat we werden tegengehouden door de security. Je kunt er wel te voet doorheen en het schijnt de moeite waard te zijn. Volgens Nelson zou er bijvoorbeeld nog een kogel in de muur zitten van een kanon uit de Tweede Wereldoorlog. Hiervoor moeten we nog eens terug. Maar al met al kunnen we wel zeggen dat het een geslaagde rondrit was, waarin we toch nog verrassend veel hebben geleerd!
Kosten
Een citytour in de tuktuk duurt ongeveer een uur en kost 22 euro (of 45 gulden) per persoon. Boeken doe je natuurlijk via DolfijnGo!