Als ondernemer denk je liever niet aan de risico’s die je neemt. En toch is het goed om hierbij stil te staan. Of beter nog: de risico’s in te dekken door een passende verzekering te nemen. Precies om die reden verdiepte ik me pas in de gevreesde ( 😉 ) arbeidsongeschiktheidsverzekering en ik besloot er maar meteen eentje af te sluiten. In deze blog vertel ik waar ik op lette bij het afsluiten van een aov en ik zou zeggen: doe er je voordeel mee!
5 dingen waar ik op lette bij het afsluiten van een aov
1. Hoogte van het verzekerde bedrag
Allereerst is het van belang om te bepalen voor welk bedrag je jouw inkomsten wilt verzekeren. Als uitgangspunt hiervoor kun je je huidige bruto jaarinkomen nemen. Maar je kunt ook uitrekenen wat je nodig hebt om comfortabel te kunnen blijven leven. Zodat je alleen datgene dekt wat je gedekt moet hebben om je leefomstandigheden ook bij ziekte of arbeidsgeschiktheid te behouden. In mijn geval heb ik iets lager ingezet dan mijn jaarinkomen en dat vertaalt zich natuurlijk ook in een lager premiebedrag.
2. Looptijd van de uitkering
Vervolgens moet je goed kijken naar de looptijd van de uitkering. Hierbij zijn twee variabelen van belang. De eigen risicoperiode én de gewenste eindleeftijd. De eigen risicoperiode is de periode die je zelf moet overbruggen tot je uitkering van start gaat. Deze kun je zelf bepalen en beslaat meestal 30 dagen tot zelfs 1 à 2 jaar. De gewenste eindleeftijd is het moment waarop de uitkering stopt. Wil jij je inkomen alleen laten verzekeren voor de komende tien jaar, of helemaal tot aan je pensioen? Ik koos voor dat laatste, want juist die lange duur is een financieel risico dat ik zelf niet kan dragen.
3. Percentage arbeidsongeschiktheid
Op het moment van uitkeren is nog een factor van invloed en dat is de mate van arbeidsongeschiktheid, uitgedrukt in een percentage. Zo kun je er bij het afsluiten van je aov voor kiezen om al een uitkering te krijgen zodra je 25 procent arbeidsongeschikt bent (en dus nog voor 75 procent kan werken). Maar het kan ook pas als je 45 procent arbeidsongeschikt bent. Hoe lager het percentage is waarop jij een uitkering wilt ontvangen, hoe hoger de kosten van de premie die je betaalt.
4. Opbouw maandelijkse premie
Al deze variabelen zijn van invloed op de hoogte van de maandelijkse premie die je moet betalen. En het is goed om hierop even alert te zijn. Wanneer je een aanvraag doet voor een aov krijg je in eerste instantie namelijk het premiebedrag te zien voor het eerste jaar. Vaak krijg je als nieuwkomer een korting én het premiebedrag bouwt zich elk jaar op tot het – in mijn geval – na een looptijd van 21 jaar stabiliseert. Het is dus goed om je te realiseren dat het premiebedrag voor het eerste jaar niet per definitie geldt voor de gehele looptijd.
5. Gestelde polisvoorwaarden
Tot slot is het verstandig om goed te kijken naar de exacte polisvoorwaarden van je verzekering. Wat is er wel en niet verzekerd? En wat zeggen de kleine lettertjes over jouw rechten en verplichtingen, én die van de verzekeraar? Zo moet je binnen 30 dagen aan de verzekeraar laten weten dat je arbeidsongeschikt bent geworden. Moet een arts bevestigen dat dit voor ten minste 25 procent het geval is. En krijg je een uitkering naar de verhouding van de mate waarin je arbeidsongeschikt bent geraakt.
Je kunt fluiten naar je geld als je met opzet of door roekeloosheid arbeidsongeschikt bent geworden. Als je er je arbeidsongeschikt bent geworden door een ongeval waarbij alcohol, drugs of medicijnen in het spel waren. En als je de boel fraudeert, of in de gevangenis terecht komt. Maar bijvoorbeeld ook als je een blessure oploopt tijdens het sporten op een hoger niveau dan dat van amateurs. Nu ben ik niet bepaald een topsporter, maar mocht je twijfelen of dit van invloed is: vraag het dan altijd even na.
Niet kunnen werken, betekent geen inkomen
Waarom een aov zo belangrijk is, leg ik ook graag nog even aan je uit. In loondienst zorgt je baas ervoor dat je verzekerd bent tegen langdurige ziekte. De eerste twee jaar dat je ziek bent, zorgt je werkgever voor (een gedeeltelijke) inkomstendekking en daarna kun je gebruikmaken van het sociale vangnet van de overheid. Maar als eenpitter moet je dit allemaal zelf regelen. Terwijl de gevolgen als je ziek bent voor jou juist groter zijn. Want niet kunnen werken, betekent vaak ook direct geen inkomen.
Risico op ziekte is aannemelijk
En nu kun je natuurlijk denken: ach, ik ben kerngezond, ik ga niet zoveel geld besteden aan een verzekering waar ik toch nooit een beroep op doe. En dat snap ik heel erg goed, zo dacht ik namelijk ook. Maar weet je, ‘in het verleden behaalde resultaten, bieden geen garantie voor de toekomst’. Eén op de drie mensen krijgt kanker. Eén op de tien ondernemers raakt langdurig arbeidsongeschikt. Kortom: de cijfers liegen er niet om en ook jij en ik zijn helaas niet onaantastbaar.
Dat risico wil ik niet nemen
Het is dan ook niet gek dat de overheid een aov voor zzp’ers wil verplichten. Om ons te beschermen tegen langdurig inkomstenverlies met alle gevolgen van dien. Tot nu toe krijgen wij zzp’ers van de overheid alleen een bijstandsuitkering als er echt stront aan de knikker is. En de vraag is of je daarmee je fijne huisje, auto en lekker beleg op je boterham kunt blijven betalen. Ik besloot voor mezelf in ieder geval dat ik dat risico niet wilde nemen én de komst van een basisverzekering niet wilde afwachten.
Fijn dat het geregeld is
Toen ik vorig jaar begon met ondernemen dacht ik echt dat een arbeidsongeschiktheidsverzekering afsluiten een heel gedoe zou zijn. Dat de voorwaarden heel nadelig waren en dat het premiebedrag super hoog was. Zo hoog zelfs dat het voor een freelancer praktisch onbetaalbaar was. Maar eerlijk gezegd is dat me alles meegevallen. Ik betaal in de eerste vijf jaar nog geen 100 euro per maand en dat is ook nog eens aftrekbaar. En ik moet zeggen: het geeft me een heel gerust gevoel dat dit nu eindelijk geregeld is!
– Geschreven in samenwerking met Allianz, waar ik inmiddels ook ben verzekerd.